Ga naar de inhoud

Vragen over doorstroomlocatie

De volgende vragen gaan over de doorstroomlocatie.


1. Wat is een doorstroomlocatie?

Een doorstroomlocatie is een plek waar statushouders tijdelijk verblijven. Het gaat om personen die we als gemeenten moeten huisvesten, maar waarvoor op dit moment nog geen passende woning beschikbaar is. Het gaat dus om een soort van tussenvoorziening. Deze statushouders hebben dus al een verblijfsvergunning en zijn in afwachting van een woning en klaar om hun nieuwe leven in te gaan. Op deze locatie begeleiden we hen naar hun permanente huisvesting. We huren hiervoor voor een periode van 2 jaar het paviljoen Heliant bij de Michaelshoeve. Hier kunnen we op basis van de laatste landelijke richtlijnen voor huisvestiging voor statushouders maximaal 26 personen tijdelijk onderbrengen. Per individu kan dit voor maximaal een jaar.

2. Waarom een doorstroomlocatie?

Wanneer zij een verblijfsvergunning krijgen, worden statushouders ‘gekoppeld’ aan een gemeente in Nederland. Wij hebben als gemeente Brummen een zogenoemde ‘taakstelling’ om per halfjaar ongeveer 30 statushouders in onze gemeente op te nemen. Wij hebben daarbij de wettelijke plicht om te zorgen voor huisvesting van deze nieuwe inwoners. Omdat er op dit moment onvoldoende woningen beschikbaar zijn lopen we achter op onze (halfjaarlijkse) taakstelling om statushouders te huisvesten. Met deze doorstroomlocatie kunnen we de aan onze gemeente gekoppelde mensen alvast in onze gemeenten een tijdelijk onderkomen bieden. Door hier tot maximaal 26 mensen tijdelijk op te vangen, dragen we bij aan een betere doorloop van (schaarse) plekken in de asielcentra in Nederland.
  

3. Er wordt gesproken over een TGO. Wat is dat?

In de maand februari 2024 hebben we met de Ministeries van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) de afspraken over de inzet van het paviljoen voor de opvang van statushouders definitief kunnen regelen. Met de ministeries is afgesproken dat de eerste drie maanden sprake is van een Tijdelijke Gemeentelijke Opvang (TGO). Dit betekent dat in deze periode het COA huisartsenzorg regelt en voldoende financiële middelen beschikbaar stelt om de dagelijkse (maatschappelijke) begeleiding en beveiliging op het terrein te regelen. Na 3 maanden nemen wij als gemeente de verantwoordelijkheid over. Dit zoals gebruikelijk is bij het huisvesten van statushouders. Vanaf dat moment verandert de TGO naar een doorstroomlocatie. Om dit mogelijk te maken is het noodzakelijk om binnen het Omgevingsplan (voorheen Bestemmingsplan) een wijziging door middel van een zogenaamde Buitenplanse Omgevingsplanactiviteit (BOPA) voor te bereiden.

4. Past een doorstroomlocatie wel binnen het Omgevingsplan (bestemmingsplan)?

Gelet op het geldende Omgevingsplan is het college van oordeel dat de tijdelijke opvang van statushouders op deze locatie mogelijk is binnen de wettelijke en ruimtelijke kaders. Dit is op 8 maart 2024 getoetst door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in Zutphen. Deze heeft uitspraak gedaan in een reactie op een verzoek om voorlopige voorziening die namens enkele personen is gedaan. Zij waren van mening dat een TGO niet passend is binnen de bestemming die op het terrein van de Michaelshoeve geldt. In haar uitspraak heeft de Voorzieningenrechter uitgesproken dat bij het gebruik van een TGO huisvesting de overhand heeft ten opzichte van het toegestane gebruik “gezondheids- en welzijnszorg”. De rechter volgt echter de belangenafweging van de gemeente en stelt eveneens vast dat de opvang mogelijk is binnen de wettelijke en ruimtelijke kaders. Daarbij merkt zij op dat het gaat om een relatief korte periode en om de opvang van een beperkt aantal statushouders, waarbij sprake is van begeleiding en ondersteuning op locatie.

Voor wat betreft de Doorstroomlocatie, waar in tegenstelling tot de TGO geen zorg meer op locatie is, kiest de gemeente daarom voor het toestaan van een afwijkend gebruik door middel van een “Buitenplanse Omgevingsplan Activiteit”, of wel een BOPA. Concreet betekent dit dat het gemeentebestuur de uitspraak van de voorzieningenrechter volgt en de eerste drie maanden op grond van de geldende bestemming een TGO toestaat. Voor de periode hierna (1 jaar en 9 maanden) past de gemeente een BOPA toe om de doorstroomlocatie mogelijk te maken. Tegen het besluit om een BOPA te verlenen bestaat de mogelijkheid tot het indien van bezwaar en beroep.

5. Wie gaan er gebruik maken van de doorstroomlocatie?

De doorstroomlocatie is bedoeld voor statushouders. Deze personen hebben de asielprocedure succesvol doorlopen en beschikken over een (tijdelijke) verblijfsvergunning. Het gaat bij deze groep van 26 personen om een mix van alleenstaanden en gezinnen. 

6. Wie realiseert de doorstroomlocatie?

De gemeente heeft dit initiatief genomen. Dit doen we in afstemming met de rijksoverheid, namelijk het Ministerie van Veiligheid & Justitie en die van Binnenlandse Zaken. De verantwoordelijk voor het opvangen en huisvesten van statushouders is een gemeentelijke taak. Wij werken hierbij al vele jaren samen met partners zoals Veluwonen en SWB.

7. Hoe is de begeleiding van de doorstroomlocatie geregeld?

De eerste statushouders zijn op maandag 11 maart 2024 aangekomen. Samen met het COA zorgen we ervoor dat deze personen goed worden opgevangen en begeleid. Na verblijf in één of meerdere asielcentra hopen wij dat zij zich snel thuis mogen voelen in hun nieuwe tijdelijke onderkomen. Namens de gemeente is mevrouw Hanneke Koning de locatiemanager. Zij is ook eerste aanspreekpunt voor buurtbewoners. Hanneke is iedere werkdag aanwezig van 8 tot 16 uur. Zij wordt ondersteund door een collega die in de avond en weekend deze taak vervult. Daarnaast is er voor 24/7 beveiliging geregeld. Wilt u Hanneke een vraag stellen? Mail haar dan via locatie@brummen.nl. Of bel 06 – 360 613 14.

8. Hoe staat het met de veiligheid bij de doorstroomlocatie?

De sfeer op het paviljoen onder de statushouders en met de begeleiding en buurtbewoners is positief. Op basis van de ervaringen in de eerste maanden zal de beveiliging bij het paviljoen mogelijk aangepast worden. Belangrijk is dat er korte lijnen zijn tussen gemeente, locatiemanager, beveiliging en buurtbewoners. Maar ook tussen burgemeester, politie en COA. De ervaring leert dat eventuele incidenten (mochten die zich voordoen) daarmee voorkomen of snel verholpen worden.

Vragen over asielzoekerscentrum

De volgende vragen gaan over een mogelijk asielzoekerscentrum.


9. Wat voor soort locatie zoekt het COA?

Het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) staat voor een enorme opgave als het gaat om het opvangen van mensen die asiel aanvragen in Nederland. In heel Nederland stromen de (tijdelijke) opvanglocaties van het COA over. Daarom zoekt het COA voortdurend naar locaties waar mensen niet alleen voor de korte termijn, maar ook voor langere termijn opgevangen kunnen worden. Het steeds moeten verhuizen van de ene naar de andere tijdelijke opvanglocatie vinden we in Nederland geen humanitaire opvang. 

10. Komt er een asielzoekerscentrum bij de Michaelshoeve?

Dit is nog onbekend. Gemeente en COA hebben half februari 2024 naar buiten gebracht dat er gesprekken zijn tussen COA en de eigenaar van de Michaelshoeve over mogelijke verkoop van het perceel. Het is op dit moment onzeker of beide partijen overeenstemming bereiken over koop en verkoop. Mocht dit leiden tot koop (wat vermoedelijk nog enkele maanden kan duren) dan volgt nog een uitgebreid traject van planontwikkeling, participatie, besluitvorming en bouw. Vermoedelijk neemt dit proces al snel zo’n 2 tot 3 jaar in beslag.
Kortom: er is nog geen sprake van dat het COA het perceel van de Michaelshoeve koopt. Er is dus ook geen ‘besluit’ over de vestiging van een AZC.

11. Realiseert de gemeente een asielzoekerscentrum?

Nee. Het COA is een landelijke uitvoeringsdienst die verantwoordelijk is voor de opvang van vluchtelingen die de asielprocedure doorlopen. Zij hebben in heel Nederland meer dan 200 locaties in beheer. Vaste en tijdelijke AZC’s maar ook diverse noodopvanglocaties. In de zoektocht naar meer permanente asielzoekerscentra is het oog van het COA gevallen op het particuliere terrein van de Michaealshoeve. Mocht het COA hier een AZC gaan realiseren, dan voeren zij dit uit in opdracht van de rijksoverheid.  

12. Wat is de rol van de gemeente bij de komst van een eventuele AZC?

Als gemeente spelen we een rol als het gaat om ruimtelijke ordening. Een opvanglocatie moet immers passen binnen het gemeentelijke bestemmingsplan (tegenwoordig Omgevingsplan). En ook vervult de gemeente een belangrijke rol als het gaat om de leefbaarheid in een gemeenschap, dorp of gemeente. Om die reden volgt het gemeentebestuur de ontwikkelingen nauwlettend. Mocht het zover komen, dan voeren wij indringend overleg met het COA over dit initiatief. En worden er heldere afspraken gemaakt in een bestuursovereenkomst tussen COA en de gemeente.

13. Wat is de rol van de gemeenteraad bij de realisatie van asielopvang?

In de Spreidingswet is geregeld dat het college bevoegd is tot het aanwijzen van locaties van asielopvang en het maken van afspraken daarover met het COA. Hiervoor is geen goedkeuring van de raad nodig. Wel heeft ons college de nadrukkelijke wens om de gemeenteraad te betrekken in de plannen. Daarom wordt de gemeenteraad om advies gevraagd over bijvoorbeeld een te sluiten bestuursovereenkomst met COA. Als het gaat om de Omgevingswet heeft de gemeenteraad zijn reguliere bevoegdheden. Met andere woorden: mochten de ontwikkelingen op de Michaelhoeve vragen om een nieuw of aangepast Omgevingsplan, dan wordt dit ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad. Die zal het beoordelen op ruimtelijke aspecten.

14. Is er een besluit genomen over een AZC en hoe kan ik bezwaar maken?

Er is door de gemeente géén besluit genomen. Dit is ook nog niet aan de orde omdat er nog geen overeenstemming is tussen COA en de eigenaar van de Michaelshoeve. Omdat het hier om een particulier (en dus geen gemeentelijk) perceel gaat komt de gemeente in ieder geval in beeld waar het gaat om het toetsen van (onder andere ruimtelijke) wetgeving. Gelet op de mogelijke impact van een AZC op de omgeving en het dorp, gaan we het gesprek hierover aan met het COA zodra het initiatief concreter gaat worden. De afspraken tussen COA en de gemeente leggen we vast in een bestuursovereenkomst. Bij dit proces betrekken we ook de gemeenteraad, inwoners en andere belanghebbenden.
Er is op dit moment geen sprake van een besluit waartegen bezwaar of beroep ingesteld kan worden.

15. Is er verschil in opvang van statushouders en asielzoekers?

Alle gemeenten in Nederland hebben de verplichting om jaarlijks mensen te huisvesten die na een vaak lange asielprocedure een verblijfstatus hebben gekregen (statushouders). Dit zijn dus nieuwe Nederlanders. Het COA heeft als taak om vluchtelingen in een AZC op te vangen. Dit als in Ter Apel of Budel is geconstateerd dat zij kansrijk zijn om een asielprocedure te doorlopen. In de afgelopen periode is gebleken dat het aantal (vooral ook structurele) opvangplekken in Nederland onvoldoende is. Het COA is dus dringend op zoek naar geschikte locaties waar asielzoekers de uitkomst van hun asielprocedure kunnen afwachten. Ze komen niet in aanmerking voor een woning in onze gemeente. Pas nadat hun procedure succesvol is afgerond, worden ze toegewezen aan één van de 342 gemeenten in Nederland.

16. Hoeveel asielaanvragen krijgt Nederland?

In 2019 ging het om ongeveer 22.500 asielverzoeken. In 2020 circa 13.700.  In 2021 waren er in totaal zo’n 29.000 asielaanvragen, in 2022 waren er 52.000 asielaanvragen, in 2023 ruim 57.000 asielaanvragen. Dit betekent dat er plekken nodig zijn om deze mensen onder te brengen.

Op het moment van inwerkingtreding van de Spreidingswet ging het over 96.000 plekken.

17. Uit welke landen komen de meeste asielaanvragen?

Mensen met een Syrische nationaliteit vormden in 2021, net zoals in voorgaande jaren, de grootste groep asielzoekers. Na Syriërs vormden mensen uit Turkije, Jemen en Eritrea de grootste groepen asielzoekers in 2022.

18. Er zijn toch altijd wel veel incidenten bij AZC's?

In verhouding op de huidige 280 locaties van het COA, gebeurt er eigenlijk vrij weinig. Incidenten, de naam zegt het al, komen incidenteel voor. Maar doordat ze bijzonder zijn, halen ze vrijwel altijd de media. Verhoudingsgewijs zijn er veel meer incidenten in Ter Apel omdat daar een grote aantal mensen wordt opgevangen, vooral ook kansarme asielzoekers en ‘veilige landers’. 
Incidenten die geregistreerd worden zijn veelal zaken die weinig relatie hebben met veiligheid van omwonenden. De beeldvorming van overlast en criminaliteit komt vooral voort uit de negatieve publiciteit rondom Ter Apel en Budel.

19. Wordt mijn huis minder waard met een AZC in de buurt?

Onderzoek wijst uit dat dit bij een AZC erg meevalt. Als de gewenning in een dorp er eenmaal is, is de invloed vaak nihil. Maar de ZORG is erg begrijpelijk. Mocht het in uw geval wel echt zo zijn, dan bestaat de mogelijkheid om planschade aan te vragen. Dit wanneer er sprake is van een wijziging van de geldende bestemming. Het proces van aanvraag loopt via het reguliere planschade-proces van de gemeente. Als hieruit blijkt dat er aanspraak gedaan kan worden, wordt dit uiteindelijke vergoed.

20. Wat is de rol van de spreidingswet?

Het COA heeft in Nederland een wettelijke taak in de opvang van vluchtelingen en het zoeken van geschikte locaties. De druk is groot in heel Nederland. Net als andere gemeenten heeft ook de gemeente Brummen een verantwoordelijkheid in de opvang van asielzoekers. Recent is dit in de Spreidingswet verwoord. Deze wet stimuleert gemeenten en provincies om opvanglocaties te starten. Maar het geeft het rijk ook de mogelijkheid om onwelwillende gemeenten te dwingen asielplekken te realiseren. Als handvat hiervoor wordt een rekenmodel gebruikt. Deze geeft voor onze gemeente een indicatief aantal van tenminste 120 personen aan. Periodiek wordt dit aantal bijgesteld. Het is de bedoeling dat gemeenten samen (aan de regio-tafel onder regie van de provincie) afstemmen waar het beste opvang van asielzoekers en statushouders kan plaatsvinden. Daarnaast geeft de Spreidingswet ook expliciet aan dat het vestigen van een AZC een collegebevoegdheid is. Bij een wijziging van een Omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan) komt ook de gemeenteraad in beeld.

21. Wat betekenen de plannen van de nieuwe coalitie (hoofdlijnenak-koord) voor de spreidingswet?

Landelijk is er nog sprake van het vormen van een nieuwe coalitie. Recent hebben vier partijen overeen-stemming bereikt over een Hoofdlijnenakoord. Hierin wordt ook het voornemen uitgesproken om de Spreidingswet in te trekken. Zover is het nog niet. Wat er met de Spreidingswet gebeurt is aan de Twee-de en Eerste kamer. Zolang de Spreidingswet van kracht is handelt de gemeente Brummen, in samen-werking met mede-overheden in onze regio, in lijn met deze wet. Als gemeente blijven we onze verant-woordelijkheid nemen en toewerken naar structurele AZC-capaciteit.

22. Wat heeft een AZC met de spreidingswet te maken?

De gemeente Brummen is al geruime tijd op zoek naar geschikte locaties om Oekraïners, statushouders en mogelijk ook vluchtelingen een onderkomen te bieden. Omdat de gemeente zelf niet beschikt over geschikte locaties (gebouwen, hotels enzovoort), is er op dit moment nog geen centrale opvanglocatie voor vluchtelingen (anders dan voor ontheemden uit Oekraine). 
Het COA ziet in het particuliere perceel van de Michaelshoeve de kans om zelf een substantieel aantal mensen te huisvesten. Met de komst van een eventuele AZC voldoet de gemeente (in ruime mate) aan het indicatief aantal op te vangen personen. Dit zou kunnen betekenen dat Brummen zich in de regio bijvoorbeeld sterk kan maken voor het opvangen van een lager aantal statushouders. Hier kunnen gemeenten zonder asielzoekerscentrum dan een extra inspanning leveren. 
 

23. Wat is het voordeel om op één locatie 300 asielzoekers op te vangen?

Vanaf ongeveer 300 personen regelt het COA alles op het terrein voor de asielzoekers. Dit gebeurt dan dus door een ervaren organisatie met professionele krachten. Deze verantwoordelijkheid komt dan niet bij de gemeente terecht. Denk bijvoorbeeld aan huisartsenzorg. Bij een AZC van minimaal 300 personen organiseert het COA de huisartsenzorg via eigen aanbieders. Huisartsen in Brummen worden dan niet verder belast.

24. Wat moet de gemeente doen als de COA geen AZC in Brummen vestigt?

De gemeente heeft vanuit de Spreidingswet een opdracht om asielzoekers op te vangen. Wij moeten dus een voorziening regelen. Mocht de koop van de Michaelshoeve door het COA niet doorgaan, dan ligt er nog steeds de verplichting om opvang te bieden aan 120 asielzoekers. Bij dat aantal asielzoekers moet de gemeente zelf zorgdragen voor huisvesting, huisartsenzorg, begeleiding en andere zaken. Dit is voor menig kleine gemeente in de huidige tijd een (te) forse opgave, zo ook voor Brummen.

25. Waarom niet meer kleinschaligere opvanglocaties?

Vanuit COA/de bewoner bekeken is een middelgrote opvang het best. Dit komt door de volgende aspecten:

  • In een kleine opvang (minder dan 150) werkt het COA veelal met een ambulant team dat niet altijd aanwezig kan zijn. Bij middelgroot kent het team de bewoners en kan dicht op de dagelijkse gang van zaken zitten. 
  • Beter aanbod van training/activiteiten omdat er dan voldoende mensen zijn uit een bepaalde taalgroep, leeftijdsgroep of met bepaalde interesse/mogelijkheden. 
  • Gezondheidszorg voor asielzoekers (GZA) op locatie en daarmee ontlasting van de plaatselijke eerstelijnsgezondheidszorg en goede samenwerking tussen COA team en GZA, waarmee teams goed inzicht hebben van problemen die er spelen.
  • Kostenefficiency. De kosten per bewoner zijn (veel) minder hoog en de gemeente wordt daardoor niet om een eigen bijdrage gevraagd.
  • Tijdelijke locaties zoals hotels of boten zijn vaak erg kostbaar en hebben voor de bewoners niet de juiste faciliteiten zoals een keuken om zelf te koken, mogelijkheden voor taallessen, medische zorg etc.  
  • Ontzorgen van de gemeente; op kleinschalige opvang zal de gemeente moeten voorzien in gezondheidsaanbod, participatie/integratie en eventueel beveiliging.

26. Is het niet beter om asielzoekers evenredig over de dorpen in onze gemeente te verdelen?

Naast statushouders en ontheemden uit Oekraïne vangt de gemeente Brummen op dit moment géén asielzoekers op. Omdat asielzoekers nog in procedure zitten en het dus onzeker is of ze wel of geen verblijfvergunning krijgen, ligt het niet direct voor de hand hen verspreid door onze gemeente op te vangen. Immers, juist deze groep mensen heeft begeleiding, daginvulling en zorg nodig. Dat is het meest efficiënt vanuit 1 locatie te regelen. Om dat vanuit meerdere locaties te doen is bijzonder kostbaar. De (meer)kosten worden afgewenteld op de gemeente. En gaan dan ten koste van andere zaken op onze begroting.

27. Wie is waar voor verantwoordelijk bij de komst van een nieuw azc?

Het COA is onder meer verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de locatie, de huisvesting, de begeleiding van en voorlichting aan bewoners en de veiligheid op de locatie. De gemeente is onder meer verantwoordelijk voor mogelijke ruimtelijke ordeningsprocedures. Maar heeft ook een rol in de infrastructuur en voorzieningen rondom de opvanglocatie en in de wijk, en de veiligheid in de wijk of een dorp. 
Tegelijkertijd is er sprake van samenwerking tussen gemeente en COA en vloeien taken soms in elkaar over. Gemeente en COA nemen beide verantwoordelijkheid voor het informeren van de wijkbewoners, overige inwoners en organisaties. Als er zaken in de wijk spelen die het gevolg zijn van de komst van de locatie worden die opgepakt. Zowel de gemeente als het COA is gebaat bij een goede sfeer op de locatie en in de wijk, goed overleg met betrokken organisaties en het inbedden van een AZC in de gemeente. 

28. Speelt geld een rol voor de gemeente om mee te werken aan een AZC met 300-350 personen?

Onze keus voor enerzijds een doorstroomlocatie en anderzijds een constructieve houding ten opzichte van het COA is ingegeven door humanitaire motieven. Niet door financiële motieven. Wel realiseren we ons dat daar waar er sprake is van een vergoeding en het COA zorgdraagt voor alle zaken op en rond de opvanglocatie, wij juist onze voorzieningen, middelen en inzet kunnen richten op onze lokale gemeenschap.

De Spreidingswet kent een bonusregeling. Deze is wat complex, maar in dit verband is voor de gemeente Brummen vooral van belang dat er voor elke plek boven de taakstelling van 120, er elke 2 jaar een bonus van €2.000 wordt uitgekeerd. Overigens is de toekomst van zowel de Spreidingswet als van deze bonusregeling onzeker in het licht van de plannen van de nieuwe coalitie (zie hiervoor het Hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB). 

29. Is de informatie in de gemeenten niet te laat op gang gekomen?

Uit de diverse ontvangen reacties maken we op dat het bericht over asielopvang voor velen als een verrassing is gekomen. Hiervoor is begrip. Echter eerder informeren was niet mogelijk. Het college heeft er bewust voor gekozen juist vroegtijdig en voortvarend inwoners en organisaties te informeren. Ook is er bewust gekozen voor bijeenkomsten snel na het bezorgen van de brieven en de berichten via onze communicatiekanalen. Alle informatie die nu bekend is is ook te vinden op deze webpagina www.brummen.nl/opvang. Maar voor het stellen van vragen en delen van ideeën, zorgen en gevoelens vonden we bijeenkomsten op 15 en 16 februari op dit moment passend. 

30. Wanneer is er een nieuwe informatiebijeenkomst?

Er is op dit moment nog geen nieuwe (openbare) bijeenkomst gepland. Als het COA overeenstemming mocht bereiken met de eigenaar van de Michaelshoeve, komen er zeker nog meerdere vervolgbijeenkomsten. Deze bijeenkomsten worden tijdig aangekondigd. 

31. Hoe kan ik goed op de hoogte blijven van de ontwikkelingen?

Alle actuele informatie is te vinden op www.brummen.nl/opvang. Direct aanwonenden benaderen wij rechtstreeks. Maar alle andere betrokken inwoners houden we op de hoogte via onze website, social mediaberichten, de wekelijkse pagina’s GemeenteThuis en via de lokale en regionale media.
Daarnaast kan iedereen zich aanmelden voor een online attenderingsmail. U kunt zich hiervoor aanmelden via opvang@brummen.nl. Zodra er nieuwe ontwikkelingen zijn ontvangt u dit in uw mailbox.

32. Hoe blijven de omwonenden verder geïnformeerd?

Het gemeentebestuur vindt het van groot belang dat inwoners (zeker ook buurtbewoners en andere belangrijke stakeholders) actief worden betrokken als er mogelijk sprake is van de komt van een AZC. Het gaat immers om belangrijke ontwikkelingen op een terrein in de eigen buurt. Ook het COA vindt dit erg belangrijk. Zij houden in de aanloop naar de realisatie van een AZC omwonenden op de hoogte via nieuwsbrieven en indien nodig via informatiebijeenkomsten. Het COA werkt ook vaak met een omwonendencommissie; aan deze commissie nemen meerdere partijen deel, waaronder de gemeente en medewerkers van het COA, omwonenden, winkeliers-/ondernemersvereniging, wijkagent, enzovoort. De commissie heeft als doel het contact met de omgeving goed te laten verlopen. Zodra het COA verder in het (aankoop)traject zit en er meer bekend is, laten zij weten hoe ze dit gaan organiseren. Inzet vanuit de gemeente is dat er een omwonendencommissie komt!

33. Waarom zijn Ter Apel en Budel anders dan andere opvanglocaties?

Allereerst zijn deze plekken veel groter in omvang (Ter Apel biedt plek aan 2.000 personen). Ook is het doel van deze locaties anders. Bij Ter Apel gaat het om een aanmeldcentrum. De asielzoekers blijven hier heel kort, om het eerste aanmeldproces te doorlopen. Er is dus geen sprake van integratie in de gemeente of een dagbestedingsprogramma . In Ter Apel worden daarnaast kansarme asielzoekers opgevangen die versneld hun procedure doorgaan. In Budel is een plek waar uitgeprocedeerde asielzoekers terecht komen om het land te verlaten. Het is bekend dat de groepen ‘veilige landers’ overlast kunnen veroorzaken. De IND doet er dan alles aan om de procedures voor kansarme asielzoekers zo snel als mogelijk te laten verlopen. Deze groep komt dus vaker voor in Ter Apel en Budel en niet of minder op de andere locaties in het land.

34. Kan ik me als vrijwilliger aanmelden voor de doorstroomlocatie?

Wilt u een bijdrage leveren aan de begeleiding van de maximaal 26 personen die zijn ondergebracht in de doorstroomlocatie? Dat juichen wij van harte toe. Neem dan contact op met locatiemanager Hanneke Koning. Zij is bereikbaar via mailadres locatie@brummen.nl.

35. Kan ik me als vrijwilliger aanmelden bij het COA?

Wilt u vrijwilliger worden bij projecten van het COA? Dan kunt uzich melden via info@coa.nl, het landelijke e-mailadres voor publieksvoorlichting. Meer informatie over vrijwilligerswerk bij het COA is te vinden op onze website:  https://www.coa.nl/nl/vrijwilligerswerk-en-donaties

36. Hoeveel opvangplekken heeft het COA?

Het COA biedt nu landelijk opvang aan ruim 57.000 mensen, deels op tijdelijke locaties. Op het moment dat de Spreidingswet van kracht werd, was er sprake van een capaciteitsraming van 96.000 plekken.

 

 

37. Waar kan ik terecht met vragen aan het COA?

Voor vragen kunt u contact opnemen met de Informatielijn van het COA. Die is bereikbaar via info@coa.nl en op telefoonnummer  088 – 7157 000 (ma t/m vr 8.30 - 17.30 uur). Mocht er een nieuwe opvanglocatie in gebruik worden genomen is de locatie 24 uur per dag zeven dagen in de week bereikbaar via een eigen telefoonnummer. Ook zal er dan een eigen e-mailadres van de locatie bekend gemaakt worden.