Ga naar de inhoud

Routekaart Wonen

In de Routekaart Wonen staat hoe de gemeente Brummen in de komende jaren de woningbouw willen aansturen en versnellen. De Routekaart Wonen bevat ook het Toetsingskader Woningbouw. Lees hier de Routekaart Wonen 2.0. (pdf, 801 kB).

Concrete acties

Met de routekaart zet de gemeente vijf concrete acties in gang:

  • versnellen en stroomlijnen van processen
  • Inzetten van instrumenten om te sturen op woningbouw
  • Toetsingskader voor woningbouw
  • Zoeken naar nieuwe locaties
  • Monitoren en bijsturen

Intakeformulier Woningbouw 

Het intakeformulier Woningbouw is bedoeld voor het realiseren van nieuwe woningen en geldt als uw principeverzoek aan de gemeente tot medewerking van uw plannen. Om aan te kunnen geven of we in principe medewerking willen geven aan uw woningbouwplannen, hebben wij een aantal gegevens van u nodig om te toetsen. Alleen een volledig ingevuld Intakeformulier Woningbouw kunnen wij goed beoordelen en in behandeling nemen. Dien uw principeverzoek woningbouw in via het Intakeformulier Woningbouw

Uw aanvraag zal onder andere worden getoetst aan het Toetsingskader Woningbouw. Let hierbij goed op de percentuele verdeling van de woningmarktsegmenten in uw plan. In het Toetsingskader Woningbouw staan aparte regels voor de grote kernen, de kleine kernen en het buitengebied van de gemeente. Het advies is om deze regels zo goed mogelijk aan te houden in uw plan. Lees het Toetsingskader Woningbouw (pdf, 163 kB).

Als u uw bestaande woning wilt verbouwen of uitbreiden, kijk dan op www.omgevingsloket.nl of u een omgevingsvergunning nodig hebt of neem contact op met onze afdeling vergunningverlening via 0575-568 233.

Routekaart Wonen

De woningnood is hoog! Brummen staat voor de grote opgave om 1.250 woningen toe te voegen tot en met 2030. We bouwen al flink, maar het tempo moet verder omhoog om ons doel te halen. Er zijn nog onvoldoende plannen en veel plannen zijn nog niet hard. Met de routekaart heeft de gemeente een plan opgesteld om dit doel te halen. Met de routekaart:

  • Vergroten van het aantal woningbouwplannen;
  • Plannen sneller realiseren (korte toetsing);
  • Productie op ganghouden; 
  • Zorgen dat we bouwen voor onze belangrijkste doelgroepen; 
  • Voldoende betaalbare woningen realiseren; 
  • Instrumenten om te sturen beter inzetten: 

Actie 1: Versnellen en stroomlijnen

Versnellen en stroomlijnen: 

  • Tijd tussen plan en start bouw verkorten

Inzet:

  • Aanstellen regisseur woningbouw
  • Lanceren webpagina voor nieuwe initiatieven
  • Invoeren loket woningbouw (één meldpunt) 
  • Sneller toewerken naar collegebesluit (principebesluit)
  • Bestemmingsplanprocedures sneller doorlopen
  • Stappen toetsingsproces gelijktijdig realiseren
  • Prioriteit op de grootste plannen  Plannen met minder dan 10 woningen (twee grote ker-nen) of 5 woningen (kleine kernen en buurtschappen) worden 2 maal per jaar gebundeld en gelijk-tijdig behandeld
  • Splitsen makkelijker maken

Actie 2: Inzetten sturings-instrumentarium

Inzetten sturings-instrumentarium:

•    Zorgen dat we de juiste en meer betaalbare woningen realiseren, maar ook dat deze wo-ningen behouden blijven voor de woningvoorraad 

Instrumenten:

•    Prestatieafspraken met corporaties en huurders
•    Doelgroepenverordening betaalbaarheid en instandhoudingstermijn
•    Afspraken maken met ontwikkelaars over  woningmarktsegmenten 30-35-35
•    Zelfbewoningsplicht bij nieuwbouw koopwoningen
•    Antispeculatiebeding bij nieuwbouw om snelle doorverkoop te voorkomen
•    Verhuiscoaches om doorstroom opgang te brengen

 

Actie 3: Toetsingskader woningbouw

Toetsingskader woningbouw:

  • Hoe kijkt de gemeente aan tegen de ontwikkeling van woningen in verschillende gebieden en waar moeten initiatiefnemers rekening mee houden

Hoe gaan we toetsen:

  • Algemene richtlijnen en principes
  • Gebiedsgerichte principes:
    • Grote kernen (Brummen dorp en Eerbeek)
    • Kleine kernen (Hall, Empe, Leuvenheim, Oeken en Tonden)
    • Buurtschappen en buitengebied
  • We toetsen aan de hand van twee lijnen:
    • Waar sturen we op (wat moet)
    • Waar dagen we initiatiefnemers op uit 

Actie 4: Zoeken naar nieuwe locaties

 Tot 2025 hebben we voldoende plannen. Na 2025 wordt het krap en moeten we plannen gaan toevoegen. 

Hoe gaan we plannen toevoegen:

  • Nieuwe locaties identificeren (wat is geschikt)
  • Actief grondbeleid (op enkele locaties) inzetten
  • Ontwikkelaars proactief benaderen
  • Maatwerk afspraken maken met ontwikkelaars
  • Inspireren en informeren lokale initiatieven.
  • Wet voorkeursrecht gemeente gebruiken
  • Onteigening inzetten als laatste uitweg
     

Actie 5: Actief bijsturen en monitoren

Actief bijsturen en monitoren:

  • Zorgen voor actuele overzichten van de voortgang en doelen.

Hoe:

  • Aanscherpen definities en administratie
  • Planlijst 1x per kwartaal actualiseren
  • Voortgang rapporteren (door de regisseur)
    • 3x per jaar aan het college
    • 2x per jaar aan de raad
  • Waar nodig sturen we bij en passen we de routekaart aan.
     

Toetsingskader woningbouw

Algemene richtlijnen en principes:

  • Minimaal 60% betaalbaar (waarvan 30% sociale huur)
  • Focus op binnenstedelijke verdichting, met name in Brummen (dorp) en Eerbeek.
  • Inbreiding voor uitbreiding (prioritering en urgentie maakt andere volgorde mogelijk). 
  • Oog voor versterking groen en water (groen-blauwe dooradering). 
  • Oog voor een basiskwaliteit natuur bij zowel in- als uitbreiding
  • Focus op de woonvraag van doelgroep(en) in de knel (starters/senioren etc.)
  • Plannen prioriteren die de grootste bijdrage leveren aan de doelen. 

Plannen met minder dan 10 woningen (twee grote kernen) of 5 woningen (kleine kernen en buurt-schappen) worden 2 maal per jaar gebundeld en gelijktijdig behandeld, om zo efficiënt mogelijk om te gaan met de beschikbare ambtelijke capaciteit. Deze kleine plannen kunnen voorrang krij-gen (wel direct behandeld worden) als deze een (dringend) ruimtelijk/maatschappelijk knelpunt oplossen. Dat dit soort plannen voorrang krijgen moet worden besloten door het college. 

  • (Voorlopig) geen nieuwe initiatieven voor mensen met een verstandelijke beperking.
  • (Voorlopig) geen nieuwe initiatieven voor GGZ-zorg: Beschermd wonen.
  • Alle afdrachten (zoals opgenomen in beleid en regelgeving) zijn verschuldigd.
  • We geven prioriteit aan innovatie.
  • We programmeren adaptief. 

Kern specifieke richtlijnen grote kernen

Uitgangspunten (vanuit de Omgevingsvisie):

  • Centrum: met name woningen voor ouderen en starters, waaronder beschermde woon-vormen (voor ouderen).
  • Rustige en uitbreidingsgebieden: kansen voor inbreiding en herstructurering, kwaliteit en leefbaarheid zijn leidend. Tevens focus op ontwikkelen van uitbreidingslocaties (Elzenbos; Brummen).
  • Focus op efficiënt ruimtegebruik (bijvoorbeeld door hoogbouw), voorkomen van onno-dige uitbreiding in groene buitenruimte.
  • Eerbeek specifiek: geur- en geluidscontouren cruciaal. Gemeente, provincie en papierin-dustrie zoeken naar geschikte alternatieve locaties.

Waar we echt op sturen:

  • Prijsklassen (afgerond vanaf 10 woningen):
    • 30% sociale huurwoningen;
    • 35% middelduur (waarvan minimaal 20% goedkope koop);
    • 35% overige koopwoningen.
    • Afwijken kan als is gekeken naar alternatieve invulling en na instemming van het college. Mogelijke redenen voor afwijken zijn: Ruimtelijke kwaliteit, sociale cohe-sie/leefbaarheid; een ander locatie specifiek argument.
  • Doelgroep: 
    • 50% voor kleine huishoudens (senioren/starters).
    • In centra is hoogbouw bespreekbaar. Bijvoorbeeld door een extra bouwlaag bo-venop het stedenbouwkundig beeld te plaatsen. Bij hoogbouw is (onder voorwaarden) afwijken van de parkeernorm mogelijk.
  • Wonen en zorg (ruimte voor):
    • Beschermd wonen voor mensen met dementie. +/- 55 plekken tot en met 2030. 
    • Beschermd wonen voor mensen met een somatische zorgvraag. +/- 40 plekken tot en met 2030.
    • Toegankelijk wonen (zelfstandige woning) geschikt voor ouderen met of zonder zorgvraag. Bij voorkeur geclusterd in een aanleun/servicegebied van een zorgorganisatie (bijv. hofjes etc.). +/- 215 woningen tot en met 2030. 
  • Overig: 
    • Plan voldoet aan de eisen voor het historisch dorpsgebied, linten en behoudt samenhang bebouwing/straatbeeld.
    • Behouden en versterken van structurele groenstructuur;
    • Het plan heeft een groen inpassingsvoorstel.

Waar dagen we initiatiefnemers op uit (meerwaarde):

  • Woonvormen voor starters, woonzorgconcepten en innovatieve bouwvormen (bijv. hout-bouw, industriële bouw, etc.).

Kern specifieke richtlijnen kleine kernen (Hall, Empe, Leuvenheim, Oeken en Tonden)

Uitgangspunten (vanuit de Omgevingsvisie):

  • De kleine kernen hebben een kleinschalig en landelijk karakter.
  • Uitgangspunt is inbreiding met behoud van de groenstructuur.
  • In enige mate ruimte voor kleinschalige woningbouw.
  • Duurzaamheid, circulariteit en karakter van de kern staan centraal.
  • Bij nieuwbouw richten we op starters en (jonge) doorstromers evenals gezinnen en huis-houdens opzoek naar landschappelijk wonen in een groene omgeving.

Waar we echt op sturen:

  • Prijsklassen (afgerond vanaf 10 woningen): 
    • 30% sociale huurwoningen;
    • 35% middelduur (waarvan minimaal 20% goedkope koop);
    • 35% overige koopwoningen.
    • Afwijken kan als is gekeken naar alternatieve invulling en na instemming van het college. Mogelijke redenen voor afwijken zijn: ruimtelijke kwaliteit, sociale cohe-sie/leefbaarheid of andere locatie specifieke argumenten. In overleg en instemming van Veluwonen is afwijken van percentage sociale woningbouw mogelijk.
  • Doelgroep:
    • Vooral bouwen voor starters en doorstromers waaronder ouderen.
  • Overig:
    • Aantrekkelijke woonmilieus voor gezinnen en huishoudens opzoek naar land-schappelijk wonen (inclusief vestigers).
    • Behoud c.q. versterking dorpse omgeving.
    • Realiseren voldoende parkeerplekken.

Waar dagen we initiatiefnemers op uit (meerwaarde):

  • Transformatie bestaand vastgoed/leegstand.
  • Innovatie: 
    • prioriteit voor particuliere woonzorginitiatieven, splitsen van grotere ééngezinswo-ningen en kleinschalige woonconcepten voor starters (bijvoorbeeld tiny houses).

Kern specifieke richtlijnen buurtschappen en buitengebied

Uitgangspunten (vanuit de Omgevingsvisie):

  • In principe geen nieuwbouw toegestaan in het buitengebied, afgezien van het Oeverwal-lenlandschap en de Veluweflank.
  • In het Oeverwallenlandschap gaat het om maatwerk.
  • In de Veluweflank is ruimte voor stedelijke en recreatieve ontwikkelingen met bijzondere aandacht voor de landschappelijke inpassing.
  • Splitsen van bestaande woningen is mogelijk.

Waar we echt op sturen:

  • Doelgroep: 
  • woningen aantrekkelijk voor huishoudens op zoek naar landschappelijk wonen (inclusief vestigers).
  • Kleinschalige woonvormen/erfdelen.
  • Innovatieve voorstellen voor functieverandering (woongemeenschap/doelgroep).
  • Onderbouwt via ladder duurzame verstedelijking (bij substantiële plannen).
  • Behoud c.q. versterking landelijke omgeving.
  • Realiseren voldoende parkeerplekken op eigen terrein.

Waar dagen we initiatiefnemers op uit (meerwaarde):

  • Innovatie: prioriteit voor kleinschalige woonzorgconcepten (bijvoorbeeld zorgboerderijen).
  • Splitsing van grotere boerderijen c.q. ééngezinswoningen.