Ga naar de inhoud

Vrijheid door de ogen van Zoë

‘Vrijheid betekent voor mij financiële onafhankelijkheid. Mijn moeder was dit vroeger niet en het maakte haar ongelukkig. Ze hamerde er op dat ik mijn school moest afmaken, anders was ik misschien eerder met school gestopt. Vanaf de basisschool in Loenen, tot en met de middelbare school in Apeldoorn werd ik gepest. Op de basisschool had ik de hele groep tegen me. In groep 6 ben ik van school gewisseld, maar ze wachtten me gewoon op na schooltijd. Mijn oude meester maakte daar een einde aan, de laatste twee jaar waren ok. 

Maar op de middelbare ging het helemaal mis. Soms stond ik met 25 man om me heen, die me uitscholden, me in mijn gezicht spuugden en me vastpakten als ik weg wilde lopen. De schoolleiding  wist het, maar deed niets, totdat ik van me afsloeg. Het meisje dat mij al vier jaar  gepest had, kwam op me af. Ik dacht: ‘Jij gaat eraan en wie mij tegenhoud ook’. Ik sloeg haar hard in haar gezicht. Daarna hebben ze het pesten aangepakt. Voor mij was het te laat, ik kwam in een depressie. Toch heb ik mijn diploma gehaald en op de MBO ging het goed. 

Tegen kinderen die nu gepest worden zou ik willen zeggen: blijf sterk, op een dag is het voorbij en het ligt niet aan jou, ook al ben je daar zeker van. Het is gewoon pech. Veel kinderen pesten omdat ze bang zijn zelf gepest te worden. Ze kiezen iemand die ergens kwetsbaar is en als je dat niet goed kunt verbergen, dan ben je de pineut. 

Nu werk ik fulltime in het OV als BOA. Tijdens het werk kwam ik een groep oude pesters tegen. Het was weer ‘hoer dit en hoer dat’ en of ik te dom was om politieagent te worden? Eventjes  raakte ik in paniek, maar ik heb ze gezegd dat ik wist wat ze gedaan hadden en dat zij het ook wisten. En ik ben doorgelopen.

Mijn vertrouwen in de mensheid is niet enorm. Ik denk soms dat ik er niet mag zijn en dat andere jongeren mij niet leuk vinden. Ik probeer te snappen hoe een groep werkt en of ik me anders moet gedragen. Maar als ik mezelf niet kan zijn, dan ga ik al snel weg. Er is één groep, ze weten wel wie, waar ik me volkomen op mijn gemak voel. Verder heb ik één op één vriendschappen.

Het pesten heeft me ondanks alle ellende ook kracht gegeven en me sneller zelfstandig gemaakt. Mijn beste vriendin heeft me veel geleerd. Zij vond mijn gevoelens belangrijk, ze zei dat ik mijn grenzen mag trekken. Ik ben echt door de hel gegaan, maar nu heb ik op mijn 22ste een fijne woning en een vast arbeidscontract.’