Vrijheid door de ogen van Paul

‘Omdat ik de oorlog heb meegemaakt heeft vrijheid voor mij veel te maken met de bevrijding, maar het begrip vrijheid kende ik toen nog niet, ik was te jong en voelde ook de onvrijheid niet.
Mijn vader was directeur bij een van de papierfabrieken in Eerbeek. Op 1 mei 1943 werd een collega-directeur gefusilleerd, als vergeldingsactie van een staking in de papierfabrieken. Mijn vader bleef de hele oorlog bang dat hij opgepakt zou worden. Hij was regelmatig afwezig en dook soms voor de nacht onder. Toen het gerucht ging dat ze kinderen mee zouden nemen, zijn mijn broer en ik ook een paar weken ondergedoken.
In september 1944 werd mijn vader gebeld door de burgemeester van Brummen. ‘Er komen 2000 evacués aan. Wil je zorgen dat je die onderdak geeft?’ Hij werd aangesteld als hoofd evacuatiecommissie. Het aanmeldadres was bij ons thuis. Ik zie die mensen nog zitten op het terras, ze moesten wachten tot ze aan de beurt waren voor registratie. Ze kregen een snee roggebrood met kaas en een beker melk. Ze werden opgevangen in scholen, schuren en bij mensen thuis. Het verliep zonder problemen. Er werd als vanzelfsprekend ruimte gemaakt. Er kwamen gaarkeukens, een medische post, wat nodig was werd geregeld.
Waarom het nu dan zo anders gaat? Vluchtelingen worden beschouwd als een ander soort volk, of als boeven waar we vanaf moeten. Maar het zijn medemensen, die in de narigheid zijn gekomen. Daar kunnen ze niets aan doen. Dat we de verbinding met deze mensen niet kunnen voelen, vind ik heel erg.
Ik was zeven jaar toen de Engelse bevrijders kwamen, in Eerbeek op 16 april 1945. Dat heeft op mij grote indruk gemaakt. ‘Daar komen ze!’ werd er geroepen. Ze kwamen over de Imboschweg, toen nog een zandweg. Op een van de pantserwagens zat ‘meneer Smit’ een aardige meneer die bij ons inwoonde. Iemand riep: ‘Kijk, Bram Vromen zit erop!’ Ik begreep er niets van. We kregen heel weinig mee van de spanning waar mijn ouders onder geleefd hebben, ze praatten er niet over. Langzamerhand begon ik meer te begrijpen. Daarom ben ik veertig jaar de contactpersoon geweest voor de veteranen die ons bevrijd hebben. Bevrijdingsdag moet niet verwaarloosd worden, want vrijheid is een rijk bezit en niet overal zo vanzelfsprekend.’
* Tijdens de Slag om Arnhem werden tienduizenden inwoners van Arnhem e.o., door de Duitse bezetter gedwongen te evacueren. Men kon alleen het hoognodige meenemen. De mensen trokken veelal te voet, in de richtingen Apeldoorn en Ede.