Ga naar de inhoud

Vrijheid door de ogen van Irene

‘Bij vrijheid denk ik als eerste aan een landschap met veel ruimte. Zoals aan zee bijvoorbeeld. Ik kan me ook vrij voelen in een relatie. Als de zon schijnt, ben ik blij. Maar tegenwoordig is vrijheid voor mij niet meer zo vanzelfsprekend.

Ik heb Mild Cognitive Impairment. Dit is een van de vormen van ‘veel vergeten op latere leeftijd’. Eerst dacht ik dat het aan mij lag: heb ik wel goed geluisterd, dat ik dat allemaal ben vergeten? De diagnose vermindert de onrust, ik pas mij mentaal aan. Ingewikkelde dingen doe ik niet meer, ik houd de prikkels laag, ruim op, hou het overzichtelijk. Mijn vrijheid ligt in de dingen die ik kan behappen. Het algemeen dagelijks leven lukt me prima. Mijn agenda, tegenwoordig in A-vierformaat, ligt midden op tafel. Per afspraak zet ik er tijd, persoon en een omschrijving in, alleen een steekwoord is niet meer genoeg. 
Vroeger wist ik tot op de minuut welke afspraken ik had. Nu vergeet ik alles wat ik niet meteen opschrijf. De meeste verwarring kom ik tegen bij dingen die spontaan gebeuren en die ik niet heb opgeschreven. Dat zijn best veel dingen. Dat mijn man naar de bakker is gegaan bijvoorbeeld, dat ben ik na een kwartier vergeten. Je bent er niet altijd blij mee, nee. 

Ik snap nog prima wat er gezegd wordt en reageer. De taal is niet weg, maar mijn hersens slaan het niet meer op. Het is een rare ervaring en niemand kan voorspellen hoe het over een jaar is. Je terugtrekken is niet de oplossing, dan ziet je omgeving ook niet wat er met je gebeurt. 
Als het je overkomt, moet je direct je familie en je intieme vrienden op de hoogte brengen. Want het kan als onverschilligheid overkomen en het wordt niet beter. Je moet wel een harnasje hebben voor  de reacties. Voordat ik de wereld inlichtte, had ik er zelf al een tijd mee geleefd en was gebleken dat ik die aandoening heb. En dan zegt iemand: ‘Geeft niks, ik vergeet ook zoveel.’ Daarmee ontkennen ze mijn probleem, want hun vergeten is wat anders. Ik vergeet bijna alles! Ook de namen van goede vrienden.

Vóór de diagnose is het eenzaamste stuk. Dus als er iemand in je directe omgeving is die langere tijd opvallend veel vergeet, probeer het dan bespreekbaar te maken, in plaats van dat je denkt: ze wist toch dat ik geopereerd werd? 
En als het jou gebeurt: laat je diagnosticeren. En ga onmiddellijk het briefjesniveau in: schrijf alles op en leg het op tafel. Laat je ook geen vrijheid afpakken. Vorig jaar zou ik nog in een auto gestapt zijn, nu niet meer, maar de trein kan wel, natuurlijk, ik kan toch lezen!’